Vorige week nam het
Europese Parlement met 539
stemmen voor en 13 tegen (81 onthoudingen) een
resolutie aan die de hoge vertegenwoordiger
van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid omslachtig
aanspoort een proces te beginnen om te komen tot een wapenembargo
tegen Saoedi-Arabië.
Eerder circuleerde
een concept
resolutie. Die tekst deed zijn naam meer eer
aan; ze was een stuk resoluter. Ze ijverde voor een wapenembargo naar
Saoedi-Arabië en haar bondgenoten in de strijd tegen Jemen. Die
coalitie bestaat uit Marokko, Egypte, Jordanië, de VAE, Koeweit,
Qatar, Bahrein en Soedan (de VS neemt op afstand deel). Deze
concepttekst luidde:
Het Parlement:
“levert felle kritiek op de intensieve wapenhandel die
lidstaten, zoals het VK, Spanje, Frankrijk en Duitsland, bedrijven
met diverse landen in de regio; dringt aan op de onmiddellijke
stopzetting van wapenleveringen en militaire steun aan Saudi-Arabië
en zijn coalitiepartners; roept de Raad nogmaals op een EU-embargo op
de uitvoer van wapens naar Saudi-Arabië in te stellen, gezien de
ernstige beschuldigingen van schendingen van het internationaal
humanitair recht door Saudi-Arabië in Jemen, en gezien het feit dat
het blijven verlenen van vergunningen voor wapenverkoop aan
Saudi-Arabië dus in strijd is met Gemeenschappelijk Standpunt
2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008 ”
Opmerkelijk genoeg
werd er met vingers gewezen naar Duitsland, Frankrijk, Spanje en het
Verenigd Koninkrijk. Altijd goed om boosdoeners bij naam te noemen,
maar diplomatiek is het niet. Dat verdween dan ook uit het
eindresultaat. Belangrijker: ook inhoudelijk valt er wel wat op af te
dingen. Er zijn een aantal leverende landen vergeten. Precies in die
week speelde
er
bijvoorbeeld een
Griekse levering. Ook de verwijzing naar de
coalitiepartners in de Saoedische oorlog verdween in de definitieve
tekst. Maar dat bijna het hele Europese parlement voorstander is van
een wapenembargo tegen Saoedi-Arabië is hoopgevend. Het
is nu aan nationale parlementen om hier uitvoering aan te geven.
Maar niet alle
wapenhandel is duidelijk zichtbaar. Bij grote militaire aankopen is
er vaak sprake van constructies waardoor afnemende landen
tegenopdrachten krijgen (participatie en/of compensatie
heet dat). Een dergelijke constructie bestaat ook bij het grootste
wapenproject van het moment: de ontwikkeling, productie en het
onderhoud van de F-35 Lightning II, nog steeds beter bekend als Joint
Strike Fighter of JSF. Alleen al voor de Verenigde Staten gaat het om
400
miljard dollar voor aanschaf en 1.000
miljard dollar om deze vliegtuigen in de lucht
te houden. Het programma
kent verschillende partnerlanden.
De wapenindustrie in
deze partnerlanden maakt delen voor het grotere systeem die vaak
elders worden geassembleerd. Soms mogen landen al deelnemen voordat
hun overheid besluit het vliegtuig te kopen. België heeft nog niet
besloten, maar het in Zaventem
gevestigde Asco is al wel beloofd dat het
delen van de vleugelkleppen voor de F-35 mag maken.
Deze worden dan geleverd aan Fokker GKN in Nederland, die ze
verwerken in de vleugelkleppen zelf. Daarna gaan ze naar Lockheed in
de Verenigde Staten, waar ze worden bevestigd in F-35's voor het
Pentagon, maar ook voor de export.
Die
exportbestemmingen zijn de partnerlanden in het Lockheed
F-35 programma en daarnaast een groeiend
aantal klanten in de wereld. Toeleveranciers in alle negen
partnerlanden (Australië, Canada, Denemarken, Italië, Nederland,
Noorwegen, Turkije, VS en VS) produceren onderdelen voor alle
vliegtuigen, niet alleen voor het eigen land. F-35 onderdelen worden
geëxporteerd en dus is wapenexportcontrole aan de orde.
Dat het programma
wrikt met het EU
Gemeenschappelijk Standpunt is al snel
duidelijk, alleen al omdat Turkije tot de negen behoort. Ankara staat
bekend om zijn regelmatige inzet van gevechtsvliegtuigen in de
luchtruim
van buurlanden en tegen
de Koerden (zowel tegen militaire als civiele
doelen). Onlangs werd de Turkse deelname om heel andere redenen aan
de kaak gesteld. Dat was omdat het
luchtverdedigingsraketten kocht in Rusland, en dat wordt door de NAVO
om een aantal redenen als onwenselijk beschouwd. De positie in het
F-35 programma werd door de Verenigde Staten als pressiemiddel
gebruikt in een poging Turkije van de Russische aankoop te laten
afzien. Maar de betrokkenheid van Turkije is ook vanuit
mensenrechtenoogpunt controversieel. Zo vroegen de Duitse
Linke om een totaal verbod op wapenleveranties
aan Turkije, net als de Grünen
tijdens de inmiddels afgebroken Jamaica-coalitie onderhandelingen.
Naast
partnerlanden zijn er ook nog landen die de F-35 kopen binnen het
Foreign Military Sales (FMS) programma van de VS, waaronder Israël.
Net als Turkije is Israël allerminst terughoudend als het gaat om de
inzet van gevechtsvliegtuigen tegen buurlanden zoals Syrië en in
'interne' kwesties zoals de regelmatig voorkomende bombardementen van
Gaza.
Landen die
geen partner zijn of niet deelnemen in FMS kunnen de
gevechtsvliegtuigen kopen als normale klanten. België, Finland en
Duitsland lijken geïnteresseerd. En recent
vertelde de ondercommandant van de Amerikaanse luchtmacht, generaal
Stephen Wilson, aan tidschrift
Flight Global dat de VS in de Golf rondkijken naar potentiële
klanten voor de F-35. Gedacht wordt allereerst aan de Verenigde
Arabische Emiraten. “Dat betekent dat gesprekken gaande zijn met de
Regering [Trump] rond de verkoop van de F-35 naar bondgenoten die ze
nodig hebben en willen hebben.”
Ook Bahrein, het autoritaire
schiereilandstaatje dat met een dam is verbonden met Saoedi-Arabië,
wordt gezien als een potentiële klant voor de F-35. In Amerikaanse
militaire tijdschrift Defense
News wordt gesteld dat ze de
verouderde F-5's and F-16's van de Bahreinse luchtmacht kunnen
vervangen (ook al is deze vloot net voorzien van verse
gevechtsvliegtuigen in een
deal ter waarde van 3,8 miljard dollar).
Bahrein en
de VAE nemen beide deel in de coalitie die onder leiding van
Saoedi-Arabië oorlog voert in Jemen. Ze zijn daar beiden betrokken
bij luchtmachtoperaties. Bahrein verloor in
december 2015 zelfs een gevechtsvliegtuig. De Emiraten
brachten recentelijke het
bericht naar buiten dat twee piloten zijn
gesneuveld: “Ze stierven bij het doen van hun plicht tijdens hun
inzet in Jemen.”
Hoewel de
rampzalige gevolgen van de Saoedische luchtoorlog voor de
Jemenitische bevolking en infrastructuur algemeen bekend is, wordt
zelfs gedacht aan de verkoop van de F-35 aan Riyad. “De VS zou
zelfs overwegen de F-35 aan de Saoedisch te verkopen als die geen
gevaar zijn voor Israël.” aldus Simon
Henderson, directeur van het Gulf and Energy Policy Programme van
het Washington Institute. Ook bij de verkoop aan de VAE wordt de
impact voor Israël bekeken. Flight
Global stelt: “Israëlische bezwaren kunnen een mogelijke
verkoop van de F-35 aan de VAE verhinderen.” Het
is opvallend dat bezwaren vanuit Jeruzalem doorslaggevend zijn bij
het wel of niet leveren aan de Golfstaten, terwijl deze staten
notabene oorlog voeren in Jemen.
Het
Europese
Parlement heeft al
eerder
resoluties
aangenomen waarin lidstaten worden opgeroepen een wapenembargo tegen
Saoedi-Arabië in te stellen vanwege de oorlog in Jemen. De situatie
is sindsdien alleen maar verslechterd. Enkele EU lidstaten hebben een
terughoudend beleid en leveren niets tot bijna niets aan het regime
in Riyad. Maar zelfs deze landen kunnen ongemerkt onderdelen leveren
die worden ingebouwd in gevechtsvliegtuigen voor de Saoedische
oorlogscoalitie. De VS steunen openlijk de gevechtshandelingen door
het bijtanken
van bommenwerpers in de lucht, en zijn bereid F-35's te leveren.
De landen die 'slechts' onderdelen leveren doen alsof hun neus bloed.
Belangrijke
EU lidstaten produceren voor de F-35 (zie
voor een tabel met meer details) en nemen
volgzaam het Amerikaanse wapenexportbeleid over. En het zijn
niet alleen de F-35's die aan de regio verkocht worden. Frankrijk
verkoopt het Rafale gevechtsvliegtuig. Het
Brits/Duits/Italiaans/Spaanse Eurofighter
(EFA) consortium verkoopt gevechtsvliegtuigen aan de Saoedi's
alsof er geen wapenexportbeleid bestaat. De Britten nemen daarvoor de
politieke fall out voor hun rekening terwijl in
iedere Eurofighter ook Italiaanse, Duitse en Spaanse onderdelen
zitten.
Volgende
week is een wapenbeurs in Koeweit. Onder meer Damen,
een van de grootste Nederlandse wapenfabrikanten, zal daar aanwezig
zijn. De organisatie van de tweejarige Gulf
Defense & Aerospace Exhibition meldt trots dat beurs dit jaar
groter is dan
http://www.gdnonline.com/Details/296957/Kuwait-defence-exhibition-grows-in-size
de voorgaande editie. Ook
Lockheed en Eurofighter
Jagdflugzeug GmbH
zijn aanwezig. De Britten houden het bij een afvaardiging van MBDA,
zodat je de Europese raketten voor de vliegtuigen kan bekijken.
Een resolutie in het Europees Parlement om wapenexporten te stoppen
vanwege een wrede oorlog klinkt hol als leveranties en exportpromotie
gewoon doorgaan. De EU zou zijn democratische organen en zijn
mensenrechtenbeleid serieuzer moeten nemen.